Fragment uit: Daniela Krien - Liefde als het erop aan komt

krien-liefde als het erop aankomt-cmyk.jpg
  • jpg
Krien, Daniela ©Gerald von Foris Graf Verlag.JPG
  • JPG

Malika

 

Malika spant haar strijkstok op.

                Ze haalt de haren een paar keer over het harsblokje, brengt de viool naar haar kin en speelt zich warm met een paar toonladders. Haar voeten zijn bloot en staan op heupbreedte uit elkaar. Haar fleurige lange bloemenrok zwaait mee op het ritme van haar bewegingen.

                Sinds dagen spookt het voorstel van haar zus door haar hoofd. Een voorstel zoals alleen Jorinde het zou kunnen doen. Alsof alles mogelijk is. Alsof er geen grenzen bestaan. Alsof de mens een vel wit papier is, waarop je kunt schrijven wat je wil.

                Ze had het aanbod afgeslagen. Uiteraard. En toch laat het idee haar niet los.

               

Het wolkenfront is voorbijgetrokken en zonlicht valt op de druppelvormige kristalhanger voor het raam. Felicitas ligt tussen twee bloempotten. Ze rekt en strekt zich en geeft dan met haar pootje een tik tegen het kristal. Op de boekenplank aan de andere kant van de kamer beginnen regenboogkleurige vlekjes te dansen.

                Malika legt haar viool aan de kant, draait aan de schroef van de strijkstok en legt het instrument terug in de koffer. Vandaag heeft oefenen geen zin.

                Ze gaat met haar vinger langs de ruggen van de boeken. De spectrumkleuren op haar hand bewegen mee met de bewegingen van het kristal. Bij een dun boekje houdt ze stil. Ze trekt het boek eruit en slaat het open. Op veel van de pagina’s zijn gele post-its geplakt. Malika kent complete passages uit haar hoofd.

 

Toen ze onlangs had gehoord dat de novelle was verschenen, was ze nog diezelfde dag naar de boekenwinkel in de binnenstad gefietst. Ze nam de roltrap naar de eerste verdieping en zag de rode krullen van de boekverkoopster achter een tafel met boeken opduiken. Haar zwangerschap was niet te ontkennen en deed Malika pijn.

                Zodra ze Malika zag stak ze haar hand op om haar te begroeten en zei zonder verdere inleiding: ‘Dat komt goed uit! Er is iets nieuws van uw favoriete schrijfster.’ Met haar dikke buik waggelde ze naar de tafel met nieuwe boeken, pakte een boek met een donkerblauw omslag en hield het omhoog met de woorden: ‘Een groots liefdesverhaal’.

                Niet veel later verliet Malika de winkel met een gesigneerd exemplaar van Een zomer. Voordat ze op haar fiets stapte streek ze met haar wijsvinger over de met blauwe inkt geschreven naam.

                Brida Lichtblau.

 

Ze zou niet kunnen zeggen hoe vaak ze Een zomer nu al heeft gelezen.

                In de eerste drie boeken van Brida Lichtblau hadden de mannelijke personages soms trekken van Götz gehad, maar verschilden ze nog te veel van de man die Malika in iedere zin zocht. Pas dit boek trof hem precies.

                Ze slaat Een zomer op een willekeurige plek open.

                ‘En weer huilde Oda zichzelf in slaap. Ze onderdrukte haar gesnik, zo goed als het ging, om niet gehoord te worden door de dunne wand die haar van Hans en Lydia scheidde.’

                Malika glimlacht. Ze hoopt dat de fictie overeenkomt met de werkelijkheid: dat Brida Oda is en dat ze even erg heeft geleden als Malika.

                Zelfs na al die jaren doet het nog pijn.

 

Felicitas voelt alles. Ze springt van de vensterbank, komt naar haar toe gelopen en drukt zich stevig tegen Malika’s benen aan. Haar staart staat recht omhoog, en met haar gespin vraagt ze erom geaaid te worden.

                Malika gaat op haar hurken zitten en kroelt de kat.

                Ze heeft nog een goed uur voordat ze in de muziekschool mag gaan luisteren naar een lieve, maar onbegaafde negenjarige met ambitieuze ouders die met een verre van zuivere streek open snaren bespeelt. Soms huilt het meisje. Dan pakt Malika een zak met snoepjes en speelt haar iets voor.

                Daarna volgt een getalenteerde zevenjarige, wiens spanningsboog niet meer dan vijf minuten bedraagt en die er ze met steeds nieuwe trucs en spelletjes weer toe moet aanzetten om verder te werken op het instrument.

                Het loon voor haar geduld heet Lola – haar leerlinge met het grootste potentieel. Twaalf jaar oud, klein en ongewoon vlijtig. Haar meestal verbeten samengeknepen mond glimlacht zelden, maar als ze speelt ontspant haar gezicht.

 

En dan ’s avonds het feest bij haar ouders. Sinds ze zich kan heugen wordt er kamermuziek gespeeld op de verjaardag van haar moeder. Haar vader haalt zijn collega’s erbij, en een strijkkwartet is snel samengesteld. Vandaag zullen ze een pianokwintet van Brahms ten gehore brengen.

                Haar zus en zij mogen ook optreden. Jorinde zingt een op muziek gezet gedicht van Else-Lasker Schüler; Malika begeleidt haar op de viool, de pianopartij neemt hun vader eigenhandig voor zijn rekening.

 

*

 

Tot aan de hereniging was het huis van hun ouders een ontmoetingsplek geweest; een culturele hotspot, met Helmut en Viktoria in het middelpunt. Belle en het beest noemden de vrienden het stel, en er waren periodes in Malika’s leven geweest waarin ze ervan overtuigd was dat ze geen kind van deze kleurrijke ouders kon zijn.

                De ranke gestalte van haar moeder stond in schril contrast met haar vader – een snuivende walrus met een aanstekelijke lach. In het orkest speelde hij cello, maar ook zijn pianospel was bovengemiddeld. Ook Viktoria had ervan gedroomd om musicus te worden, maar voor klassieke zang was haar stem niet goed genoeg geweest, en haar kleine handen konden nauwelijks een octaaf omvatten, zodat een pianostudie evenmin in aanmerking kwam.

                Ze was muziekwetenschapper geworden, recenseerde voor een radiozender nieuwe opnames van klassieke muziek en doceerde aan de universiteit.

                Het was een komen en gaan van mensen bij hen thuis: musici, schilders, dichters, radio- en televisiemensen, dokters en hoogleraren. Malika en Jorinde waren erbij zonder dat iemand zich echt om hen bekommerde. Jorinde bewoog zich ongedwongen tussen de vele volwassenen. Ze danste en zong en nipte aan de glazen die overal stonden. Iedereen vond haar leuk, iedereen lachte om haar streken. Ze gaf treffende imitaties van de eigenaardigheden van de gasten ten beste, en niemand twijfelde eraan dat de bühne ooit haar thuis zou worden.

                Malika daarentegen zocht de stille hoekjes op en bladerde ongestoord in de grote kunstboeken die uit angst voor vette kindervingertjes anders slechts onder toezicht van haar moeder tevoorschijn gehaald mochten worden. Ze hield het meest van de schilders uit de renaissance en barok.

                Soms vergaten hun ouders op zulke avonden om de meisjes naar bed te brengen. Dan vielen ze in slaap waar ze op dat moment zaten, en werden de volgende dag aangekleed en wel wakker in een doorrookte kamer. Niemand had de kinderen ooit gevraagd wat ze ervan vonden.

               

Na de val van de Muur werden de gezellige avonden schaarser. Nadat de monetaire unie een feit was vonden ze een tijdlang helemaal niet meer plaats.

                Het kostte tijd om alle levens een nieuw plekje te geven; de prioriteiten verschoven.

 

Helmut bleek laconiek onder het betekenisverlies van de familie Noth, maar Viktoria leed er zichtbaar onder.

                Ook Jorinde miste het luidruchtige leven, de aandacht en de bewondering van de vrienden van haar ouders. De enige die van de ongebruikelijke rust genoot was Malika.

               

*

 

De zon schijnt nu ongehinderd naar binnen.

                Malika doet de rolluiken voor de ramen op het zuiden omlaag. De zomer is alleen voor slanke mensen een genot.

                In de badkamer zet ze de douche op koud en spoelt zichzelf af. Ze loopt naakt door de woning en trekt in de slaapkamer de deur van haar kledingkast open. De meeste van haar jurken zijn lang en wijd, en de paar broeken die ze heeft hebben een rekbare band. Ze kiest een zwarte zijden jurk met grote rozen erop, pakt schoon ondergoed uit een la en een lange parelketting uit haar sieradenetui.

                Wat ze fijn vindt aan de zomer zijn de vluchtende mensen. De straten, winkels en musea zijn aangenaam leeg. Soms is er op een normaliter drukke straat geen een auto te zien. Soms blijft Malika dan stilstaan.

 

Morgen, dat weet ze nu al, zal ze ziek zijn. De avond zal al haar energie verbruiken. Haar lichaam zal haar zoals gewoonlijk met een migraineaanval opzadelen, inclusief auraverschijnselen en braken.

                Als Jorinde niet kwam zou ze wellicht van deze psychosomatische kwalen verschoond blijven. Maar haar zus zal komen. Ze zal haar kinderen meebrengen en het over het voorstel willen hebben. En Ada en Jonne zullen als een belofte voor Malika staan.

 

Ze zoekt de bladmuziek voor de leerlingen bij elkaar, pakt een fles water en een deoroller in en haalt haar viool. Als ze de trappen afloopt gaat binnen de telefoon. Even blijft ze stilstaan, dan schudt ze haar hoofd en loopt verder. Op de overloop naar de eerste etage gaat haar mobiele telefoon. Op de tast zoekt ze in haar tas naar het toestel. Het is Viktoria met het verzoek om eerder te komen om met de hapjes te helpen.

 

*

 

Toen hun ouders hadden besloten dat ze ook voor de kinderen Helmut en Viktoria wilden zijn, was Malika zestien geweest en Jorinde veertien. Zoals verwacht had Jorinde het geen probleem gevonden om niet langer mama en papa te zeggen, maar Malika accepteerde de quasi-vriendschappelijke omgang met tegenzin.

                Aan de afkorting van Viktoria naar Vicky doet ze tot op de dag van vandaag niet mee.

                Met afgrijzen ziet ze het moment vanavond tegemoet waarop Jorinde en Torben met de kinderen binnenwaaien en met gespreide armen ‘Vicky!’ zullen roepen. Soms, alleen in haar woning, verbastert ze Vicky tot Fucky, en dan spreekt ze het hardop uit, steeds opnieuw.

 

Toen ze tiener was begreep Malika op een gegeven moment waarom Viktoria bijna iedere avond op pad ging als Helmut met het orkest op reis was. Vaak kwam ze pas laat in de nacht terug, en soms pas de volgende ochtend. Het idee dat haar moeder seksuele behoeftes had deed haar walgen. Nog erger vond ze het dat het niet alleen haar vader was die deze behoeftes moest bevredigen.

                Het hoogtepunt was een gebeurtenis op een koude novemberavond nadat de grens was opengegaan.

                Haar ouders vierden feest. ‘Vreugdevolle collectiverende maatregel’ had Helmut op een spandoek geschilderd dat boven de grote dubbele deur naar de woonkamer hing.

                De stemming was opgefokt. Viktoria was ’s morgens al begonnen met drinken, en nog voor het avondeten was er geen gast meer nuchter.

                Als een van de laatsten dook Rüdiger op. Ze noemden hem dakleer-Rüdiger, omdat hij in de ddr-tijd ondanks schaarste voor een paar vrienden dakleer voor hun huizen had geregeld. Malika mocht hem graag. Ze voelde zich gevleid omdat een filosoof en dichter met haar praatte. Hij behandelde haar als een volwassene, hoewel ze net pas zestien was geworden.

                Toen hij arriveerde zat iedereen in de keuken, in totaal zo’n twintig mensen. Hij nam meteen deel aan het gesprek, dat op dat moment over de vroegere voorstanders van de bouw van de Muur ging. Meteen noemde hij de dramaturg Peter Hacks en zocht koortsachtig naar een bepaald citaat.

                ‘Helmut, waar staat je Hacks?’ riep hij, en Malika’s vader antwoordde: ‘In de Hacksalon!’

                ‘Hacks in de Hacksalon!’ Rudi lachte zich krom. En Viktoria lachte mee en liet haar hoofd tegen zijn arm vallen, alsof ze zou omvallen als ze hem niet als steun gebruikte. En Rudi haalde Hacks uit de kamer waar het hakblok stond en stapels brandhout en boeken alle wanden bedekten.

                Daarna discussieerden ze over wat er komen ging.

                Over het einde van de ddr. Over het einde van een groot idee. Over het einde in het algemeen en over het begin en de vrijheid.

                Malika observeerde haar vader, die een paar keer op het punt stond iets te zeggen maar er niet tussen kwam. Golven van medelijden overspoelden haar. Hij was minder euforisch dan de anderen en maar half zo zat. Viktoria’s beste vriendin Ruth onderbrak hem voortdurend. Ze rolde met haar ogen, bauwde hem na en lachte hem uit. De sfeer werd steeds gespannener. Sommigen waren het met haar vader eens, die stoïcijns herhaalde dat het land een eigen, een derde weg moest gaan om niet opgeslokt te worden. Het kleine groepje scheidde zich van de anderen af en verkaste naar de muziekkamer. Malika sloot zich bij hen aan.

                Toen ze terugkwamen waren Rüdiger en Viktoria verdwenen. Helmut keek zoekend om zich heen. Hij liep de keuken uit, de gang in, en bleef daar een tijdje staan. Plotseling kwam hij in beweging. Malika volgde hem ongemerkt.

                Hij opende de deur naar de Hacksalon en keek naar binnen.

                Rüdiger stond met zijn broek omlaag achter Viktoria. Haar rok lag over haar rug, zijzelf hing hijgend en met gespreide benen over het hakblok gebogen. Haar slip lag op het gekraste parket, meteen naast de bijl.

                Helmut deed zachtjes de deur dicht, draaide zich om en schrok, want daar stond Malika. En zij had gezien wat hij had gezien.

 

In de dagen die volgden wachtte ze tevergeefs op een uitleg. Voor iedere ontmoeting met haar vader zweefde ze tussen angst en verwachting. Ze zocht zijn blik, maar hij ontweek haar, was nors en zwijgzaam en veel van huis.

                Viktoria leek geen verband te leggen tussen Helmuts slechte humeur en de kwestie in de Hacksalon. Ze noemde hem lachend mopperkont en brombeer.

                Voor de eerste en meteen ook de laatste keer nam Malika Jorinde in vertrouwen. Met veel omhaal van woorden vertelde ze haar zus over de verwarrende aanblik, maar toen Jorinde eindelijk begreep wat ze zei, trok ze alleen maar een raar gezicht en zei: ‘Wat ben jij pervers, zeg! Zoiets zou Vicky nooit doen.’

               

Malika besloot alles anders te doen dan haar ouders het hadden gedaan. ’s Avonds in bed stelde ze zich haar toekomstige gezin voor. Dat zou niet heel bijzonder, maar wel liefdevol en intact zijn. Van ieder kind zou evenveel worden gehouden; niemand werd voorgetrokken, niemand uitgelachen.

                Talloze keren zag ze in gedachten voor zich hoe ze haar eigen baby in haar armen zou houden en de borst zou geven, en hoe verder ze haar denkbeeldige toekomst voor zich zag, hoe meer kinderen haar omringden. Op het punt waarop de bijbehorende man opdook viel Malika doorgaans in slaap.

 

*

 

Ze sluit de deur van haar lesruimte af en stopt de zware sleutelbos in haar tas. Lola was zoals altijd een genot geweest. Ze moppert nooit, zelfs niet als het huiswerk uit saaie etudes bestaat. Malika had het lesuur met twintig minuten verlengd, omdat het meisje haar een eigen compositie wilde laten zien. Nu haast Malika zich naar de uitgang en gaat op weg naar haar ouders.

                Op de kaart bekeken speelt het grootste deel van haar leven zich af in een spitse driehoek. De grootste afstand is die tussen ouderlijk huis en muziekschool, de kleinste tussen haar appartement en die van haar ouders.

                Er was een tijd geweest waarin er een gezondere afstand tussen Malika en haar ouders had bestaan, toen ook zij bij een man hoorde en het erop leek dat ze binnen afzienbare tijd een gezin zou stichten. Maar sinds er geen geliefde meer is die haar opeist doen Helmut en Viktoria dat, zo vaak als ze daar zin in hebben.

 

*

 

Zoals verwacht was Jorinde op een dag vertrokken.

                In plaats van Berlijn had het net zo goed New York kunnen zijn – het verschil was slechts theoretisch geweest.

                Toen haar moeder borstkanker kreeg verbleef Jorinde voor opnames in Frankrijk. Malika had haar op alle moeilijke momenten bijgestaan. Toen bij haar vader een defecte aortaklep werd vervangen door een nieuwe, uit dierlijk weefsel bestaande, werd Jorindes zoon Jonne geboren. Malika was dagelijks bij haar vader op bezoek gegaan en had haar bange moeder gerustgesteld. Toen er in de woning van haar ouders was ingebroken zat Jorinde voor het internationaal filmfestival in Berlijn, en Helmut en Viktoria hadden daar alle begrip voor.

                Niets was er veranderd.

                De lieveling, de trots en vreugde was altijd Jorinde geweest.

                Vroeger al, als ze samen uit school kwamen, begon Jorinde meteen in de gang al onbekommerd te kletsen. Meestal ging het om iets wat ze absoluut moest hebben. ‘Dat heb ik altijd al willen hebben,’ zei ze dan, zichzelf met beide armen om de nek van haar moeder slingerend, zingend, kletsend en met haar ogen knipperend, en ook al had tot op dat moment niemand iets van die wens gehoord, werd hij vervuld met het argument dat ze het al zó lang had willen hebben.

                Malika kwam pas aan het woord als de aandacht van haar moeder al lang was verslapt.

 

Ook later, als tiener, in die vreselijke periode waarin lichamelijk en geestelijk alles op z’n kop staat, had vooral Jorinde hun ouders beziggehouden. Ze hield zich niet aan afspraken en evenmin aan verboden. Ze rookte, dronk en liet stiekem een tatoeage zetten. Met haar linksradicale vrienden kalkte en spoot ze de gangbare leuzen op gesaneerde gevels. Voor menig Fuck the police of Deutschland verrecke was Jorinde verantwoordelijk.

 

Maar de gebeurtenis waar haar ouders een bijzonder negatieve herinnering aan hebben komt voor Malika’s rekening.

                Op de ochtend van het regionale concours ‘Jeugd musiceert’ had Malika haar strijkstok kapotgemaakt. Ze was zeventien. De solobeoordelingen in de categorie ‘strijkinstrumenten’, die op de Johan Sebastian Bachmuziekschool plaatsvonden, begonnen om tien uur ’s morgens. Een eerste plaats zou deelname aan het landelijke concours betekenen, en Malika maakte geen slechte kans.

                Viktoria maakte haar om halfzes wakker, zodat ze in alle rust kon ontbijten en nog een uur of twee kon oefenen. Om zes uur kwam ze nog een keer naar haar kamer, en om halfzeven trok ze de deken van haar dochter af. Toen Malika tegen achten nog altijd aan het ontbijt zat pakte Viktoria de viool uit de koffer, spande de strijkstok en begon het instrument te stemmen.

                ‘Ik ga nu niet meer oefenen,’ zei Malika, ‘ik heb genoeg geoefend.’

                Na die zin volgde de dreigende stilte die Malika kende. Ze trok haar schouders op en at met neergeslagen blik haar chocolademuesli op.

                ‘Hoe dom kun je eigenlijk zijn?’ barstte Viktoria uit. ‘Dit is je kans! De meesten zouden blij zijn om één keer in hun leven zo’n gelegenheid te krijgen, en zich voorbereiden in plaats van muesli te schransen en dik te worden. Je zou een ster kunnen worden, Malika! Een ster!’

                Met die woorden hield ze de viool en de stok omhoog, en Malika stond op, pakte de stok en sloeg hem hard tegen de rand van de tafel.

 

Ze was er zelf verbaasd over. Met de kapotte stok in haar hand stond ze daar, volkomen roerloos. De gezichtsuitdrukking van haar moeder was bevroren. Haar knappe, iets asymmetrische trekken leken een masker in haar verbijstering, maar in plaats van de zoveelste tirade volgde een beheerst plan.

                Er moest een nieuwe strijkstok komen. Voorspelen was alles wat telde.

                Op dat moment zag Malika de uitweg. Als ze het concours zou hebben gewonnen was alles alleen nog maar erger geworden.

                En terwijl Viktoria telefoneerde liep ze terug naar haar kamer, trok de deur achter zich dicht en draaide de sleutel om in het slot. Ze legde het door beide ouders gehate cassettebandje met rock en heavy metal in de recorder en liet zich op haar bed vallen. ‘This is not a love song’ van pil dreunde uit de boxen en overstemde Viktoria’s geschreeuw, dat meteen daarna voor haar deur begon en begeleid werd door heftig gemorrel aan de deurklink.

Deze dag ging de geschiedenisboeken van de familie Noth in als ‘de dag waarop Malika haar leven verwoestte’.

 

Jorinde was degene die Viktoria’s dromen vervulde en met haar diploma van de Ernst Busch-toneelschool alle om haar doorwaakte nachten en doorstane zorgen deed vergeten.

 

***

 

Aan het eind van de docentenopleiding muziek die Malika na een pauze van een jaar aan haar studie viool had vastgeplakt, liep ze met haar diploma meteen naar haar ouders. Ze had voor alle vakken het hoogst mogelijke cijfer behaald.

                Onderweg schoot haar te binnen dat Helmut met het orkest door Azië toerde. Even overwoog ze het bezoek uit te stellen. Sinds Viktoria in de overgang was had ze nog meer last van stemmingswisselingen dan anders. Zonder Helmut als bliksemafleider was het risico dat het op ruzie uitliep groter. Maar met een diploma met zulke cijfers zou zelfs haar moeder blij moeten zijn.

                Ze ging sneller lopen, drukte drie keer kort achter elkaar op de bel, pakte in plaats van de lift de trap en wrong zich langs haar moeder heen het appartement in. Bij wijze van begroeting staarde Viktoria Malika vragend aan. Ze was niet opgemaakt en droeg een handdoek als tulband op haar hoofd.

                ‘Kom ik ongelegen?’ vroeg Malika.

                ‘Nee, nee,’ mompelde Viktoria, en ze sloot de deur.

                Malika gooide haar tas op de grond, pakte haar diploma en liet het aan haar moeder zien. ‘Ja, zo meteen.’ Viktoria liep door de gang naar de badkamer en kwam niet veel later gekamd en met een wat beheerstere uitdrukking op haar gezicht terug. ‘Zo, nu,’ zei ze.

                Ze pakte het diploma en zocht verwoed naar haar leesbril, die aan een touwtje om haar nek hing. Nadat ze de bril had opgezet en een paar keer had rechtgezet, streek ze overdreven nauwkeurig een onopvallende vouw rechtsboven in het blad papier glad. Toen pas leek ze te zien wat het was. Haar ogen bewogen langzaam van boven naar beneden en van links naar rechts. Ze knikte, toen zei ze: ‘Muziekdocent… en dan te bedenken wat je had kunnen worden.’

 

De migraineaanval die opkwam zodra ze thuis was, was heviger dan anders. Door de extreme blikveldvernauwing was ze gedwongen om kruipend naar het toilet te gaan. Ze moest drie keer overgeven, slaagde erin naar de slaapkamer te komen, hees zichzelf op bed en bleef roerloos liggen.

                Ze wilde dat een krachtig gevoel als haat haar de juiste woorden had ingefluisterd. Maar toen ze voor haar moeder stond had ze niets anders dan een diepe, verlammende teleurstelling gevoeld.

 

-------------------------------------------------------------------------------------------------

Duitse pers over Liefde als het erop aankomt

‘Dit is hét boek dat ik zou willen overhandigen aan iedereen die meer te weten wil komen over hedendaagse Duitse literatuur, het land en het volk.’ Denis Scheck, WDR
‘Elke recensie is lyrisch en dat heeft te maken met Kriens meesterschap.’ Der Spiegel

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Liefde als het erop aankomt verschijnt maart 2020 • ca. € 20,99 • paperback • ca. 256 blz. • isbn 978 90 263 4835 8 • nur 302 • oorspronkelijke titel Liebe im Ernstfall • oorspronkelijke uitgever Diogenes • vertaling Annemarie Vlaming • omslagontwerp Roald Triebels • e-book ca. € 12,99 • isbn 978 90 263 4836 5 

Contactgegevens

Ontvang het laatste Ambo|Anthos nieuws via RSS.

Of abonneer handmatig met de Atom URL