Denise Mina is terug met een thriller zoals je niet eerder las: Alibi

mina-alibi-cmyk.jpg
  • jpg
Mina, Denise ©Ollie Grove.jpg
  • jpg

Proloog

Spreek gewoon de waarheid. Dat heb ik tegen mijn eigen kinderen gezegd. Wat belachelijk om zoiets aan je kinderen te leren. Niemand zit erop te wachten. Er moet een reden zijn om de waarheid te spreken. Ik ben er een tijdje geleden mee gestopt en ik kan je vertellen: het was geweldig. De beste beslissing die ik ooit genomen heb. Lieg en blijf liegen, verzin een naam, een achtergrond, je voorkeuren en je aversies, zuig het hele zooitje uit je duim. Dat is echt veel verstandiger. Maar in dit boek spreek ik de waarheid. Daar heb ik een heel goede reden voor.

Ik heb mijn leven verpest door de waarheid te spreken. Ik was heel jong. Mijn moeder was net overleden. Mannen stonden ’s nachts in mijn tuin scheldwoorden naar mijn huis te roepen omdat ik niet wilde liegen. Iedereen had het over wat me toch mankeerde, wat er mis was met mensen zoals ik. Iemand spijkerde uit protest een dode kat op mijn voordeur. Een man drong mijn huis binnen en probeerde me te vermoorden zodat ik niets meer kon zeggen.

Dus hield ik mijn mond en maakte dat ik wegkwam. Ik veranderde mijn naam. Ik werd stiekem en voorzichtig en sloot dat deel van mijn leven af; ik heb er nooit meer over gesproken. Als er iets ter sprake kwam wat ook maar enigszins met dat verhaal te maken had – brand in huis, Gretchen Teigler, voetbal – ging ik naar de wc of stapte over op een ander onderwerp. Ik had niet het gevoel dat ik loog, ik was Sophie Bukaran gewoon niet meer. Ik was Anna McDonald en deze dingen hadden niks met mij te maken. Ik voelde me veilig.

Als je moe, jong en bang bent en de hele wereld je haat, is het een luxe om je mond te houden.

Toch vertel ik dat verhaal nu weer. Waarom schrijf ik er een heel boek over dat je kunt lezen? Wat is er veranderd? Ik zou het niet gedaan hebben als mijn leven die dag niet was geïmplodeerd. Ik ben geen held. Ik ben geen klokkenluider met waanzinnig veel lef, ik vind het niet prima om tot aan mijn graf te worden belaagd omdat ik me de mond niet laat snoeren. Ik spreek de waarheid om een heel andere reden. Die is minder lovenswaardig, maar misschien wel begrijpelijker. En het is de waarheid.

1

De dag waarop mijn leven implodeerde begon goed.

Het was een vroege novemberochtend en ik werd zonder wekker wakker. Daar was ik blij om. Het was een concessie voor onze relatietherapie: ik zou Hamish niet om zes uur wakker maken met mijn wekker en hij zou niet de hele avond op zijn telefoon Candy Crush spelen zonder zich om de kinderen te bekommeren.

Ik verheugde me op de dag: ik had een nieuwe truecrimepodcastserie op mijn telefoon en had er goede verhalen over gehoord. Ik wilde de eerste aflevering beluisteren en de smaak te pakken krijgen voor ik de kinderen zou wekken omdat ze naar school moesten, en er daarna helemaal in opgaan terwijl ik me door een dag vol huishoudelijke klusjes zou slepen. Met een goede podcast krijgt alles een heerlijk laagje waardoor je in andere werelden terechtkomt. Ik heb een Assyrische invasie afgeweerd terwijl ik mijn kleren bij de stomerij ophaalde. Ik was erbij toen een boosaardige moordenaar zijn verdiende loon kreeg terwijl ik onderbroeken kocht.

Ik lag me er in bed op te verheugen, zag hoe het licht van de straat rimpels trok over het plafond en luisterde hoe de verwarming aansloeg en het huis als een deftige oude dame kreunend haar botten liet kraken. Ik stond op, trok een trui en pantoffels aan en sloop de slaapkamer uit.

Ik vond het heerlijk om vóór alle anderen op te staan, als het nog stil was in huis en ik in mijn eentje in een bevroren wereld kon lezen of naar een podcast luisteren. Ik wist waar iedereen was. Ik wist dat ze veilig waren. Ik kon me ontspannen.

Hamish had er een hekel aan. Hij zei dat het griezelig was. Waarom had ik die tijd in mijn eentje nodig, sluipend door het huis? Waarom moest ik zo vaak alleen zijn?

Vertrouwensissues, noemde de relatietherapeut het.

Ik probeerde Hamish gerust te stellen: ik ben heus niet van plan je te vermoorden of zo. Maar dat was blijkbaar niet geruststellend. Eigenlijk kan het nogal vijandig overkomen op Hamish, Anna, als je het van zijn kant bekijkt. Meen je dat nou? (Dat zei ik op vijandige toon.) Komt dat écht vijandig over? Daarna praatten we er een tijdje over. Het was een stom gedoe. We waren allebei vijandig en verdrietig. Onze relatie was op sterven na dood.

Ik liep op mijn tenen over de overloop, ontweek de vloerplanken die het ergst kraakten en keek bij de meisjes naar binnen. Ze waren diep in slaap in hun kleine bedjes, hun schooluniformen hingen over hun stoelen, hun sokken zaten in hun schoenen, hun dassen onder hun kragen. Was ik maar langer blijven staan. Ik zou ze nooit meer zo onschuldig zien.

Ik ging terug naar de overloop. De eikenhouten leuning maakte van boven naar beneden een lichte bocht, ze was zo gesneden dat ze in je hand paste, korrelig onder je aanraking, en ze volgde de kromming van de trap als een grote, lange, gele slang van marsepein. Ze liep omlaag naar een grote hal met marmeren zuilen aan weerskanten van de voordeur, en een vloermozaïek van Hamish’ voorouderlijke familiewapen. Het huis was in 1869 gekocht door Hamish’ overgrootvader. Hij kocht het nieuw van Greek Thomson.

Hamish was heel trots op zijn achtergrond. Hij wist helemaal níéts van de mijne. Dat moet ik benadrukken. Ik zeg het niet zomaar om hem in bescherming te nemen nu alles is uitgekomen. Hij was seniorlid van de Orde van Advocaten en hoopte net als zijn voorvaderen tot rechter te worden benoemd. Dat zou hij echt niet op het spel hebben gezet om maar bij mij te kunnen zijn.

Toen we elkaar ontmoetten was ik Anna, de nieuwe uitzendkracht van Ergens-Buiten-Aberdeen. Ik heb Hamish tamelijk zorgvuldig uitgekozen. Ik hield wel van hem, moet ik zeggen, en dat is soms nog steeds zo. Maar ik koos opzettelijk voor een oudere man met geld en status. Een man met veel poeha, vol feiten en meningen. Hij was de volmaakte dekmantel.

Hamish was geboren in dat huis en had nooit ergens anders gewoond. Zijn familie behoorde al tweehonderd jaar tot de Schotse rechterlijke macht. Hij hield niet zo van buitenlandse reizen. Hij had alleen Schotse schrijvers gelezen. Dat vond ik echt raar. Ik denk dat ik het een beetje exotisch vond.

Het was die ochtend koud in de hal. Ik liep erdoorheen naar de wit glanzende keuken van Duitse makelij en zette een pot sterke koffie. Ik pakte mijn telefoon. De truecrimepodcastserie heette De dood en de Dana. De omschrijving luidde: ‘Een gezonken jacht, een vermoorde familie aan boord, een nog niet ontrafeld geheim…’

Jawel: zwaarwichtige toon, geheimen, moord, alles zat erin. En de zaak had zich afgespeeld toen mijn dochtertjes nog klein waren, in de tijd dat ze speelpakjes droegen en ik zwijgend op het schoolplein stond te wachten, bij de eeuwige schare moeders, ver van de buitenwereld. Ik wist niks van deze moordzaak.

Ik schonk een grote mok koffie in, ging zitten, legde mijn telefoon voor me op de keukentafel en drukte op play. Ik verwachtte een fascinerend verhaal waarin veel op het spel stond.

Ik had geen idee dat ik op het punt stond Leon Parker weer te ontmoeten.

Contactgegevens

Ontvang het laatste Ambo|Anthos nieuws via RSS.

Of abonneer handmatig met de Atom URL