Prachtig hedendaags debuut over volwassen dingen doen, het leven en de liefde
Als Anna op weg is naar een housewarming en strandt in een afgelegen restaurant, ontmoet ze Bor. Hij kampeert op een parkeerplaats, beter gezegd: hij staat in een rij van caravans, campers en tentjes voor een leeg stukje grond, op misschien wel het allerwinderigste stukje van de stad. Hij mag er een huis bouwen. Die nacht blijft Anna bij Bor en de volgende ochtend ontbijten ze op de parkeerplaats. Anna is op slag verliefd.
Vanaf het moment dat Bor haar vraagt zijn plek in de rij te bewaken, hoort Anna bij hem. Samen vragen ze vergunningen aan, overleggen ze over bouwmaterialen en zien ze de eerste heipalen de grond in gaan. Ze verhuizen zo snel mogelijk naar hun nieuwe huis, of eigenlijk naar de caravan die ze nu in het betonnen casco hebben geparkeerd.
Maar tijdens de prehousewarming is Bor weg. En hij blijft ook weg. En dan neemt Anna voor het eerst in haar leven een ferm besluit: dit huis komt af. Gedurende de bouw van het huis vertelt Anna haar verhaal: langs vergunningen en heipalen, via draagmuren en vloerverwarming, tijdens de bouwvak en stukadoordagen, terwijl langzaam het geld opraakt. Er ontstaat een nieuwe Anna.
Renée Kapitein (1987) groeide op in een piepklein dorp net buiten Amsterdam. Ze studeerde Writing for Performance aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Tijdens en na haar studie woonde ze in veertien huizen, om ten slotte na twee weken kamperen een ligplaats voor een woonboot te bemachtigen. Ze schrijft korte verhalen, sketch comedy voor theater en scenario’s en ze maakt podcasts.
Met Alibi heeft Denise Mina, de Schotse queen of crime, een weergaloze thriller geschreven waarin al haar kwaliteiten samenkomen: razendsnel, messcherp, met briljante dialogen en personages van vlees en bloed.
Alibi was de summer best read van: O, the Oprah Magazine, Reese Witherspoon book club, Minneapolis Star-Tribune, Seattle Times, Refinery29, CrimeReads en Publishers Weekly. Ook was het boek van de maand bij The Guardian en stond het in de jaar-top10 van The Washington Post.
De reacties van pers en vakgenoten zijn unaniem lovend. Zo duidde thriller-duo Nicci French het boek als ‘tegelijkertijd adembenemend, verslavend, gevoelig en vilein. Een ijzersterke thriller.’ En schreef The Washington Post: ‘In één woord spectaculair!’
Alibi begint met een ochtend als elke andere voor Anna McDonald: ze zet de schoolspullen voor de kinderen klaar terwijl ze luistert naar een true crime-podcast. Dan staat haar beste vriendin Estelle voor de deur en komt haar man de trap af met een koffer in zijn hand. Ze vertrekken samen en nemen de kinderen mee. Anna blijft in shock achter. Nu haar leven ineengestort is, zoekt ze afleiding in de podcast; over een gezonken jacht en een vermoord gezin, met een vleugje corruptie en machtsmisbruik. Dan ontdekt Anna dat ze een van de genoemde slachtoffers uit een vorig leven kent en raakt ze ervan overtuigd dat ze weet wat er is gebeurd. Dat betekent dat ze haar verleden niet langer verborgen kan houden. Ze besluit op jacht te gaan naar de waarheid, maar ze beseft niet dat daarmee alles waarvoor ze zo hard gewerkt heeft als een kaartenhuis zal instorten.
Denise Mina studeerde rechten aan de universiteit van Glasgow. In 1998 ontving ze de John Creasey Dagger voor het beste misdaaddebuut van de Crime Writers’ Association voor Garnethill. In 2014 werd ze opgenomen in de Crime Writers’ Association Hall of Fame. Mina presenteert tv- en radioprogramma’s en is regelmatig te gast in de media. Daarnaast was ze in 2014 jurylid voor de Women’s Prize for Fiction. Alibi is haar meest recente thriller.
Nando Boers, sportjournalist, schrijver en F1-kenner pur sang debuteert als romancier met Zandvoort waarin hij een fantastische inkijk geeft in de binnenwereld van een Formule 1-coureur. Het verschijnt in aanloop naar de heropening van het circuit Zandvoort in 2020.
In Zandvoort maken we kennis met Roy Hoekstra, Formule 1-coureur van beroep. Hoewel de autosport Roy van kinds af aan heeft aangetrokken, beschouwt hij zich tegenwoordig meer en meer een misfit tussen alle glitter and glamour. De mannelijke wereld van spanning, snelheid en levensgevaarlijke circuits voelt steeds minder als de zijne. Het gevaar en de dood komen dichterbij en Roy twijfelt of hij zijn carrière wel moet voortzetten. In de tijd dat hij achter het stuur zit zijn meer dan tien coureurs verongelukt. Maar één laatste race met Rob Taument, zijn vriend en mentor, in één team, op hun thuiscircuit van Zandvoort, kan hij toch onmogelijk aan zich voorbij laten gaan? Vintage Formule 1: bolides van stalen buizen, draadjes, slangetjes, draadnagels en plaatwerk, die in staat zijn over de baan te vliegen zonder te pletter te slaan.
Nando Boers (1970) studeerde af aan de School voor Journalistiek en aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkte voor Haarlems Dagblad, Formule 1/Racereport en Sportweek/ NUsport. Hij schreef twee non-fictie boeken over Formule 1 (Bernies Avenue en Nachtmerrie in Indianapolis). Daarnaast publiceerde hij boeken over wielrennen, schaatsen en voetbal. Momenteel is hij onder andere werkzaam voor Andere Tijden Sport, Studio Sport, De Muur en Trouw.
Carolina Setterwall – Laten we er het beste van hopen
jpg
jpg
Laten we er het beste van hopen is een hartverscheurend, universeel verhaal over verlies en tegelijkertijd een gevoelige, moderne liefdesgeschiedenis die de lezer raakt in het hart.
"De laatste keer dat ik je welterusten zeg, weet ik niet dat dit de laatste keer is. Als ik het had geweten, had ik er waarschijnlijk meer aandacht aan besteed. In plaats daarvan zeg ik dat ik denk dat ik de komende tijd bij Ivan blijf. Je protesteert niet. Met je ogen gefixeerd op je computer laat je me gaan en ik doe het, ik ga. Ik denk dat we je morgenochtend zullen zien. Dat doen we niet. Ik zie je nooit meer."
Op een ochtend in 2014 ontvangt Carolina Setterwall een onverwachte mail van haar vriend, met daarin zijn computerwachtwoorden, ‘voor het geval hij doodgaat’. De mail irriteert haar – dit is een typische Aksel-actie: über-praktisch en gespeend van elke emotie. Het eindigt met: ‘Laten we er het beste van hopen.’ Vijf maanden later is hij dood.
In twee verhaallijnen, in dagboekvorm, vertelt Carolina over haar liefde voor de introverte maar onweerstaanbare Aksel, vanaf het moment dat ze verliefd op hem werd tot de intense maanden nadat ze hem dood in bed vond. Ze ontkomt niet aan het gevoel Aksel te hard gepusht te hebben en schuldgevoelens bekruipen haar als een gif. Wanneer een nieuwe liefde zich aandient, stelt ze zich de vraag of ze ooit weer kan liefhebben, en tegen welke prijs.
Carolina Setterwall (Sala, 1978) studeerde media en communicatie in Uppsala, Stockholm en Londen. Ze werkte in de muziekindustrie en uitgeverij als redacteur en schrijver. Ze woont met haar zoon in Stockholm. Laten we er het beste van hopen is haar literaire debuut.
