WINNAAR LOFT BOOKS FEELGOOD VERHALENWEDSTRIJD: 'Schatkaart' van Annette Rijsdam.

Post-Facebook-feelgood-wedstrijd5.png
  • png

SCHATKAART

Annette Rijsdam

‘Ik ben toegelaten!’ Met mijn linkerhand houd ik mijn oor dicht om het geluid van de bussen tegen te gaan, en met mijn rechterhand druk ik zowat mijn telefoon in mijn hoofd. De enorme shopper houd ik tussen mijn benen geklemd omdat anders de wind ermee vandoor gaat. Aan de andere kant van de lijn blijft het stil.

            ‘Bas?’

            ‘Jaja, ik was even bezig, wat zei je?’

            ‘Ik ben toegelaten.’ Ik zeg het nu wat harder. In de verte komt mijn bus al aan.

            ‘Waar?’

            ‘RADA? Londen?’ help ik hem herinneren met de twee belangrijkste steekwoorden. ‘Die holidaycourse van twee weken.’

            ‘Oh dat. Ik dacht dat je daar niet serieus in was.’

            Meent hij dat nou? The Royal Academy of Dramatic Art in Londen is de toneelschool van Engeland. Zo’n beetje iedere acteur die iets voorstelt is daar naar school geweest. Je komt er niet zomaar en de selectie is loodzwaar, maar twee keer per jaar organiseren ze ook mini-cursussen die toegankelijk zijn voor iedereen die interesse heeft, en daar mag ik naartoe. Ik heb weken lopen stressen voor die video-auditie en vandaag kwam dan eindelijk die verlossende email.

            ‘Ben je dan met kerst wel thuis?’ vraagt Bas.

            Ik schud mijn hoofd en probeer een zo gunstig mogelijk antwoord te verzinnen. ‘Ik vrees het niet.’

            ‘Lieve,’ verzucht Bas. ‘Met kerst gaan we het grote nieuws bekend maken. Weet je nog?’

            ‘Dit is RADA.’

            ‘We hebben het er nog wel over. Love you.’ En hij verbreekt direct de verbinding.

            De bus stopt bij het platform. Geërgerd stap ik in en laat me op een van de stoelen achterin zakken. Wat nog best een uitdaging is met die enorme verpakking in mijn tas. Geen wonder dat die jurk zo duur was. Je betaalt niet de stof of de designer, maar de fluwelen doos waar het in zit.

            Het piepen van mijn telefoon doet mijn hart weer opspringen. “Bas” staat er op het scherm. Hopelijk is hij van gedachten veranderd.

Hee Lieve, is dit een droomkans of een vlucht? Het is enorme stap die we gaan nemen

en er gaat heel veel op ons afkomen. Zullen we ons daar maar op concentreren? Zo’n

toneelcursus kan toch ook gewoon in de buurt.

XX

Het liefst wil ik mijn telefoon een gooi geven. Gelukkig ben ik in de praktijk wat minder spontaan en na een diepe zucht stop ik het apparaat terug in mijn handtas. De bus stroomt langzaam vol met mensen. Het is een zonnige dag, maar de harde wind dwingt iedereen het openbaar vervoer in. Net op het moment dat de bus wil wegrijden komt er nog iemand aangesneld. Ik miste hem al.

            Jack Sparrow. Zo noem ik hem altijd vanwege zijn zandkleurige dreads en zijn bijzondere uiterlijk. Vandaag is zijn broek gescheurd, zijn trui zit vol met gaten en zijn shirt komt er onderuit. Hij zit onder de zwarte vegen. Hij ziet eruit als een zwerver, maar heeft wel gewoon een abonnement want hij houdt zijn kaartje omhoog en de chauffeur knikt vriendelijk. Er zijn nog maar een paar plekjes vrij, maar de vrouw een paar banken voor me zet demonstratief haar tas op de lege zitting en een andere jongen gaat breeduit zitten. Iemand anders hoor ik zeggen dat haar collega bij de volgende halte instapt.

            Jack Sparrow knikt begripvol. Bij de vierde afwijzing gaat hij in dat speciale middengedeelte staan. Zijn schoudertas, die er best zwaar uitziet, zet hij tussen zijn benen. Zoals altijd kijkt hij mijn kant op en glimlacht. Normaal gaat hij een bankje of twee achter me zitten, maar dat kan nu niet. Voor ik goed en wel besef wat ik doe, maak ik weer oogcontact met hem en gebaar dat hij naast mij kan komen zitten.

            Hij twijfelt en zelf weet ik ook niet helemaal waar ik mee bezig ben. Hij mag dan wel hele mooie ogen hebben, en als hij lacht kriebelen mijn eigen mondhoeken ook omhoog, maar wat als hij in zijn vrije tijd een psychopaat is? Daar ga ik in ieder geval snel genoeg achter komen als hij mijn kant op schuifelt, zijn tas slepend over de vloer.

            ‘Hi.’ Zijn stem klinkt heel zacht. ‘Thanks.’ Hij laat heel veel lucht gaan met die laatst s-klank. Net een fietsband die leegloopt.

            ‘Je moet anders zo lang staan,’ zeg ik en verraad daar direct mee dat ik weet bij welke halte hij eruit moet. Waarmee ik dus met andere woorden zeg dat hij mij ook is opgevallen al die keren dat we samen in de bus zaten. Jack Sparrow glimlacht.

            Omdat hij verder niets zegt, maar me wel blijft aankijken, denk ik dus dat ik wat moet zeggen.

            ‘Best een zware tas heb je bij je. Wat zit er allemaal in dan?’

            Hij lijkt iets terug te deinzen. Wat logisch is. Voor hetzelfde geld is hij wel een zwerver en vraag ik nu naar zijn hele huisraad. Ik zou er ook niet blij mee zijn als er iemand bij ons aanbelt om te vragen of ze even binnen mogen kijken. En dat komt eigenlijk nog best vaak voor. Blijkbaar denken mensen dat ieder landhuis, want dat is het type huis waar ik in woon, een museum is.

            Jack Sparrow glimlacht weer en gebaart dan naar zijn tas. Hij rits het ding open en haalt er vervolgens een spiegelreflexcamera uit. Zo’n ouderwetse waar nog een rolletje in moet. Vol trots laat hij het ding zien.

            ‘Ben je een fotograaf?’ vraag ik terwijl ik zijn camera aanpak. Ik raak heel even zijn vingers aan en dat voelt vreemd. Ze zijn warm en zacht, zoals vingers wel vaker voelen, maar er is nog iets anders. Misschien komt het door de zon die op de ramen schijnt, maar ik krijg het ineens een beetje warm.

            ‘Dit is echt zo’n professioneel apparaat toch?’ probeer ik de aandacht van mijn blozende wangen af te leiden.

            ‘Klopt,’ zegt hij ineens met verrassend veel volume en adem. ‘Nikon F3AF. Een ouwertje, maar hij maakt nog prachtige foto’s.’

            Het verbaast me hoe zijn stem klinkt. Vol met een rauw randje. Niet bepaald de standaard mannenstem die ik gewend ben. Ook de geur die om hem heen danst is anders dan verwacht. Geen wierook of zweet, en voor die gedachte schaam ik me een beetje. Jack Sparrow ruikt naar een kampvuur in een dennenbos.

            ‘Fotografeer je veel?’ vraag ik om het gesprek aan de gang te houden. Hij knikt gretig. Blij misschien dat iemand hem eens een keer aanspreekt in plaats van angstig aankijkt.

            ‘Wat fotografeer je zoal?’

            ‘Oh.’ Hij laat de klank heel lang handen. Ik wend ondertussen mijn blik af naar zijn camera.

            ‘Overal zit schoonheid in,’ zegt hij uiteindelijk. ‘Met je blote oog zie je vaak wat er mankeert aan iets of iemand, maar door de lens zoek je naar schoonheid. En hoe langer je kijkt, hoe mooier iets wordt.’

            Ik trek mijn wenkbrauw op omdat ik niet echt weet waar hij het over heeft. Hij lacht en misschien begin ik het nu langzaam te snappen. We rijden de spits in en ik stel nog een aantal vragen over de werking van de camera. Die hij enthousiast, maar met een aanloop in de eerste klank, beantwoord. De vraag waarom hij geen digitale heeft, ontwijkt hij niet bepaald subtiel. Hij geeft gewoon geen antwoord. Het is ook de laatste vraag die ik hem gesteld heb en ik ben bang dat het gesprek nu gelijk over is. Hij ruimt in ieder geval zijn camera op.

            ‘Ik ga zo naar de Horste om te fotograferen,’ mompelt hij. Zijn gezicht is naar beneden gericht dus ik kan niet zo goed zien wat hij nou bedoelt met deze opmerking. Is het een uitnodiging of gewoon een mededeling. Ik kijk naar de shopper die voor me staat. Het jurkje dat erin zit was een speciale verrassing van Bas voor mij. Om te vieren dat ik het besluit genomen hebt. Of misschien kan ik beter zeggen: dat ik zijn besluit geaccepteerd heb.

            ‘Heb je nog een model nodig?’ vraag ik zonder er verder bij na te denken. Mijn oma vond dat vroeger altijd de beste besluiten, maar ik weet het nog net zo net. Jack Sparrow kijkt me ook geschrokken aan.

            ‘Ik…’ Mijn wangen krijgen volgens mij dezelfde kleur als het stopknopje in de bus. Vuurrood. ‘Ik wilde een keer goede foto’s, en…’ ik slik de laatste woorden snel in als ik hoor hoe stom ik klink. Straks is hij een echte professionele fotograaf die honderden euro’s voor een sessie vraagt. Hoewel hij er zo niet uitziet, maar dat kan ook artistieke vrijheid van kledingsuiting zijn.

            ‘J… j… ja,’ hakkelt hij. ‘Leuk.’

 

We stappen uit bij De Horste. Het bos tegenover de wijk waarin ik woon. Jack Sparrow, ik weet nog steeds zijn naam niet, verteld dat hij hier vaak komt. Het lijkt wel nu we buiten lopen dat hij vrijer kan praten.

            ‘Vooral nu is het prachtig. Als de zon door de bladeren heen speelt met de kleuren op de grond. Net als jouw haar.’

            ‘Mijn haar?’

            Hij knikt. ‘Al die verschillende tinten blond en koper doen me altijd denken aan een herfstbos. Vooral als het zonnetje op je haar schijnt, zie je de schakeringen.’

            Ik kijk hem vragend aan.

            ‘Ik zit vaak achter je.’

            En dan kijkt hij dus naar me. Ik bloos.

            Na een korte wandelingen, buiten het normale wandelpad om, komen we op een plek midden in het bos die me nog het meest doet denken aan dat kabouterliedje ‘Onder hele hoge bomen.’ Het lijkt wel een filmsetting en de zonnestralen van de zon die al zakkend is, tekenen zich door het bladerdek heen.

            ‘Het is prachtig.’ Vol verwondering kijk ik om mee heen. Jack Sparrow antwoordt niet. Als ik contact met hem zoek, zie ik waarom hij zwijgt. Hij is al druk in de weer met zijn camera en maakt zo te zien al foto’s van me.

            ‘Zeg maar wat ik moet doen,’ roep ik zijn kant op.

            ‘Mij negeren,’ antwoordt hij en gaat onverstoorbaar verder.

            Dat is voor hem misschien makkelijk gezegd, maar ik voel gewoon dat hij op een bijzondere manier naar me kijkt en daar reageert mijn onderbewuste heel anders op dan ik had verwacht. Ik lijk te groeien, misschien zelfs wel op te bloeien. En dan ineens doe ik het. Ik maak een sprong zoals ik die nog ken van mijn balletles.

            ‘Je danst?’ Jack Sparrow heeft zijn camera laten zakken en kijkt me verwonderd aan.

            ‘Ik wilde naar de theaterschool, dus volgde ik zang-, dans- en toneelles naast mijn middelbare.’ Dat ik nu een opleiding doe voor administratief medewerkster omdat dat praktischer is, vertel ik er niet bij.

            ‘Misschien kun je je jas uitdoen?’ oppert Jack Sparrow. ‘Of vind je dat te koud?’

            Ik schud mijn hoofd en kijk weer naar de shopper op de grond. Zou ik het durven? ‘Ik heb een beter idee,’ zeg ik uiteindelijk.

            Of het een goed idee is weet ik niet, mijn knieën knikken en mijn maag doet een simulatierondje in de Python. Maar toch verdwijn ik achter een boom om me om te kleden.

            ‘Hoe heet jij eigenlijk,’ vraag ik vanuit mijn schuilplaats om tijd te rekken. De turquoise kleur van de stof past perfect op mijn huid, maar erg veel stof is er niet om te bewonderen. Ik weet niet wat Bas in gedachten had voor me, maar mijn maag ligt bij dat idee als dieplood op de grond.

            Jack Sparrow reageert niet. Hij zit op de grond en is heel geconcentreerd bezig met iets dat hij voor zich ziet. Ik kan me niet inhouden en maak snel met mijn telefoon een foto van hem. Eigenlijk is hij best heel mooi. Voorzichtig doe ik nog een stapje dichterbij, maar het breken van een takje verraad me. Verschrikt kijkt hij op. Zijn mond gaat open, maar er komt geen geluid uit. Zou hij het jurkje te ordinair vinden? Of krijgt hij hierdoor misschien de verkeerde ideeën?

            ‘Het is eigenlijk een before en after jurkje,’ antwoord ik snel en draai me om zodat hij kan zien wat ik bedoel. De jurk is heel laag uitgesneden zodat mijn hele rug ontbloot is. Ik schaam me dood. Eigenlijk is dit niet zo’n goed idee. Het liefst wil ik terugrennen naar die boom waar mijn spullen liggen en me weer begraven in mijn trui en mijn jas.

            ‘Je hebt een schatkaart,’ klinkt het ineens heel dicht achter me. Zijn vingers dansen over mijn rug en ik moet me inhouden niet te glimlachen. De haartjes op mijn armen gaan op een aangename manier omhoog.

            ‘Een schatkaart?’ Ik probeer het spottend te zeggen maar mijn stem trilt een beetje door zijn vinger die de contouren op mijn rug volgen. ‘Dat noemen ze een wijnvlek.’

            ‘Mijn opa noemde het een schatkaart.’

            Ik voel zijn adem op mijn huid. Heel even denk ik dat hij zijn lippen in mijn hals wil drukken.

            ‘Alleen bijzondere mensen hebben dat. Het toont de weg naar je hart.’

            ‘Zei jouw opa dat?’

            ‘Ik verdwaalde vaak. In mijn hoofd, in mijn woorden, tussen de mensen, maar bij mijn opa niet. Daar was alles goed. En hij zei dat dat kwam doordat ik de weg naar zijn hart had gevonden dankzij de schatkaart op zijn rug.’

            ‘Het is een wijnvlek,’ fluister ik. Hij maakt me in de war, en dat maakt me weer boos. ‘Het is een ontzettend lelijk ding en dankzij mijn vriend mag ik meedoen met het tv-programma ‘Lelijke eendjes’ en wordt dat ding verwijdert. Het enige wat ik wil is een paar foto’s ter motivatie zodat ik weet waarvoor ik het doe.’

 

De rest van de shoot was hoogst ongemakkelijk, om het zachtjes uit te drukken. Jack Sparrow, want zijn naam heeft hij dus niet meer gezegd, maakte zwijgend nog een paar foto’s tot het licht steeds minder werd en pakte daarna zijn spullen in. Zonder iets te zeggen liepen we naar de uitgang. Het enige wat hij nog zei was dat hij de foto’s in de brievenbus zou gooien. Dit zin duurde overigens bijna een hele minuut.

            Een week na die geïmproviseerde fotoshoot heb ik nog niets gehoord of gezien. Buiten schijnt de zon, maar Bas en ik zitten ‘gezellig’ samen op de bank bij mijn ouders. Allebei te staren naar onze telefoon. Ik moet nog twee belangrijke mailtjes beantwoorden: RADA met een bevestiging of ik wel of niet kom, en de zogenaamde intieme vragenlijst van Lelijke eendjes. Maar met beide weet ik me geen raad. Het voelt bijna tegennatuurlijk om RADA af te zeggen. Dit wil ik al zo lang, maar het staat haaks op de toekomstplannen van Bas en mij.

            Lusteloos scrol ik door mijn foto’s om mezelf tijd te gunnen om over een antwoord na te denken. Bij de foto die ik vorige week maakte in het bos blijf ik even hangen. Weer word ik overvallen door een vreemd, maar fijn gevoel.

            ‘Wat is dat?’ Bas pakt ongevraagd mijn telefoon. ‘Ben je Easton de stotteraar tegengekomen?’

            ‘Hoe noem je hem?’

            ‘Hij heeft je toch niets gedaan?’ Bas zijn handen trillen als hij mijn telefoon omklemd. ‘Die gozer klopt niet hoor. Hij heeft niet aan je gezeten, toch?’

            ‘Ken je hem?’ Ik pak snel mijn telefoon weer terug. De toon in Bas z’n stem staat me niet aan.

            ‘Iedereen kent hem. Hij is een dorpsgek. Een zwerver. Volgens mij verzorgt hij de dieren op de dorpsweide achter het bejaardentehuis en woont daar in de buurt in een woonboot. Anti-kraak. Hij heeft een tijdje bij ons op de basisschool gezeten. Zei geen woord en als hij iets zei duurde het een uur eer er een zin uitkwam. Zijn moeder was gestoord en een vader heeft hij niet. Vandaar dat hij bij zijn opa woonde.’ Bas strekt zich met een voldaan gezicht uit en als mijn moeder de kamer niet was binnengelopen met een grote envelop in haar handen had ik hem flink de les gelezen. Waar haalt hij het lef vandaan om zo over iemand anders te praten zonder te weten wat er precies aan de hand is?

            ‘Deze is voor jou, Lieve.’ Mijn moeder legt de envelop op mijn schoot en ik voel direct wat erin zit. Voorzichtig haal ik de foto’s eruit. Er zit ook een briefje bij.

Lieve Lieve,

Sorry dat ik op het einde niets zei. Praten is niet bepaald mijn ding. Als het me al lukt

iets te zeggen, stotter ik. Vreemd genoeg had ik daar in de bus geen last van toen je me

naar mijn camera vroeg. Ik oefen al weken om iets tegen je te zeggen, en ineens ging

het helemaal vanzelf. Misschien omdat je niet wist wie ik was en dacht dat ik een echte

fotograaf was. Dat het uiteindelijk toch misging had met heel veel dingen te maken,

maar wat ik je heel graag had willen zeggen is dat iemand die met goede ogen kijkt,

steeds meer mooi in jou ziet. En niets om te verbeteren.

 

Liefs Easton.

 

Bas heeft de foto’s op de tafel naast elkaar gelegd. Ze zijn stuk voor stuk prachtig. Nu pas zie ik wat Easton bedoelt. Vooral als ik de laatste foto bekijk. De zon schittert in mijn haar, ik kan Eastons vingers weer voelen op mijn huid. Het is inderdaad een prachtig beeld. Maar het mooiste is nog de schatkaart van een herfstbos op mijn rug. Mijn sproetjes als dwarrelende blaadjes eromheen.

            ‘Ik ben echt benieuwd hoe je er zonder dat ding uitziet,’ reageert Bas.

            ‘En ik niet.’ Voor mijn gevoel heb ik ineens overal een antwoord op.

 

Niet veel later loop ik in de richting van de dorpsweide. Ik heb RADA bevestigd dat ik kom, en Lelijke eendjes heb ik afgezegd. Bas zoekt maar een andere vriendin om mooi te maken.

            Bij de kinderboerderij zie ik Easton al staan. Hij is druk in de weer met de voerbakken van de geiten. Zodra hij me ziet, zwaait hij en ik zwaai terug.

            ‘Zin in een boswandeling?’ roep ik.

            ‘Hij knikt en ik spring over het hek om bij hem te komen.

Contactgegevens

Ontvang het laatste Ambo|Anthos nieuws via RSS.

Of abonneer handmatig met de Atom URL